Het kabinet heeft de Tweede Kamer in een Kamerbrief laten weten af te zien van een meldplicht discriminatie voor verhuurbemiddelaars. Directe aanleiding hiervoor vormt een onderzoek dat Bureau Omlo uitvoerde samen met Alfons Fermin, Ewoud Butter, Elsa van de Loo en Juliette Bonneur.
Discriminatie op grond van etniciteit, seksuele geaardheid en fysieke beperking bij verhuur van woningen door particulieren is een hardnekkig fenomeen, laat onderzoek telkens weer zien.
De Tweede Kamer nam mede daarom in juli 2020 een motie van Jetten (D66) anderen aan om te onderzoeken of een meldplicht voor verhuurbemiddelaars een passend instrument is om en discriminatie op de woningmarkt tegen te gaan. Zo’n meldplicht houdt in dat verhuurbemiddelaars (makelaars), de plicht krijgen om melding te maken van een discriminerend verzoek van verhuurders.
Onderzoek
Naar aanleiding van de motie Jetten c.s. en een passage over de meldplicht voor verhuurbemiddelaars in het Coalitieakkoord van het huidige kabinet heeft de gemeente Utrecht samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken dit onderzoek laten uitvoeren door Bureau Omlo. Het onderzoek bevatte een juridisch en een sociaalwetenschappelijk onderdeel.
Het juridische deel, naar de vraag hoe een meldplicht voor verhuurbemiddelaars er juridisch uit zou kunnen zien, werd uitgevoerd door twee juristen: Elsa van de Loo (Advocatenkantoor Van de Loo) in samenwerking met Juliette Bonneur. Het sociaalwetenschappelijk deel, naar de vraag hoe aan de meldplicht in de praktijk vorm kan worden gegeven, of ze uitvoerbaar is en of ze de gewenste effecten zal hebben, werd uitgevoerd door zelfstandige onderzoekers van het Onderzoekerscollectief: Alfons Fermin, Ewoud Butter en Jurriaan Omlo. Dit deel omvatte een literatuurstudie en (groeps-) interviews met relevante actoren in dit veld.
Conclusies
De onderzoekers geven aan hoe een meldplicht voor verhuurbemiddelaars juridisch vorm kan krijgen binnen het bestuursrecht. Op basis van de gesprekken met experts en actoren in het veld concluderen de onderzoekers echter dat de meldplicht in de praktijk geen kansrijk en effectief instrument zal zijn om woondiscriminatie aan te pakken. Redenen hiervoor zijn dat er geen drijfveer is voor verhuurbemiddelaars om discriminerende verzoeken te melden, dat verhuurders die willen discrimineren dat op meer slinkse manieren zullen blijven doen en het toezicht op de meldplicht niet goed mogelijk is.
De meldplicht zal naar verwachting slechts in weinig gevallen tot sanctionering leiden, terwijl dergelijke gevallen ook beboet zouden kunnen worden op grond van het wetsvoorstel goed verhuurderschap.
Van andere maatregelen, inclusief de uitvoering van het wetsvoorstel goed verhuurderschap, wordt meer effect verwacht. Het rapport ‘Een meldplicht discriminatie voor verhuurbemiddelaars?’ werd 23 december 2022 aan de Kamer aangeboden, als onderdeel van de voortgang aanpak woondiscriminatie. Op 9 januari werd het aangeboden aan de Utrechtse gemeenteraad.
Links: